top of page
Blå himmel

Dik Top

speciale interesse voor Soesterberg en vliegtuigbouwer Koolhoven

Bio
Dik 29.png

VAN FYSIOTHERAPEUT VIA ACUPUNCTURIST NAAR AUTHEUR

Geboren als Dirk Cornelis Top in Soesterberg in januari 1940, op slechts ongeveer een kilometer afstand van het oudste militaire vliegveld van ons land, groeide ik op met bijna elke dag vliegtuigen boven mijn hoofd. Tijdens de eerste oorlogsjaren meest Duitse vliegtuigen en tegen het einde daarvan Amerikaanse en Engelse bommenwerpers en geallieerde jagers. Daar kwam nog bij dat onze lagere school niet meer dan 80 meter van het hek van het vliegterrein stond (foto 1).

Foto 1: Vliegbasis Soesterberg 1954. In de grote cirkel ons huis. In de kleine cirkel de lagere school.

Bron NIMH

De eerste jaren na de oorlog werd er voornamelijk gevlogen met gele lesvliegtuigen van het type North American Harvard met hun doordringende knettergeluid (foto 2). De fabriek North American was ontstaan uit de drie vroegere fabrieken van Fokker in de Verenigde Staten. In 1951 werden hier Spitfires van 322-Squadron gestationeerd die soms laag over ons schoolplein vlogen (foto 3). Datzelfde jaar werd al een aantal daarvan vervangen door de eerste straaljagers die Nederland in gebruik nam, de Britse Gloster Meteor (foto 4). Mijn vrienden en ik waren ‘weg’ van de vliegtuigen en tot ongeveer 1956 brachten we na schooltijd en op zaterdagen vele uren door bij het hek van het vliegveld, waar we alle vliegtuigen die startten en landden goed konden zien (foto 5).                                                                                                                                          

Nettside 2.JPG

Foto 2

Nettside 3.jfif

Foto 3

Nettside 4.jpg

Foto 4

Nettside 5.jpg

Foto 5

Op 16 november werd Camp New Amsterdam geopend, waarmee Soesterberg een NATO-vliegbasis werd, met het Amerikaanse 32ste Tactical Interceptor Squadron dat was uitgerust met straaljagers van het type North American F-86F Sabres (foto 6 van voor naar achter F-86F, F-100C, F-102A en F-15). Voor ons als vroege ‘spotters’ een zeer welkome aanvulling. In augustus 1956 werden de straaljagers van de Amerikanen vervangen door de veel snellere F-100C Super Sabres, ook gebouwd door North American (foto 6). De Meteors maakten vanaf begin 1958 plaats voor de Britse Hawker Hunter, die door Fokker in grote aantallen in licentie werd gebouwd. Hiervan zag ik er één een mislukte start maken op 23 mei 1958 (foto 7).

Nettside 6.jpg

Foto 6

Nettside 7.JPG

Foto 7

Intussen werd op Soesterberg ook een viertal van de eerste ‘echte’ Nederlandse straaljager Fokker S.14 gebruikt, een lesvliegtuig met een primeur, omdat de instructeur en leerling naast elkaar zaten (foto 8). Hoogtepunten voor ons op Soesterberg waren de ‘vliegfeesten’ van 12 juni 1948 (foto 9), 18 juli 1953 (foto 10) en 5 juli 1958 (foto 11) die vele duizenden toeschouwers aantrokken. En de exposities die later Open Dagen werden genoemd. De verdere ontwikkeling van de vliegbasis met de komst van de Amerikaanse straaljagers Convair F-102A Delta Dagger (foto 6), de McDonnell F-4F Phantom en als laatste de General Dynamics F-15 Eagle (foto 6) heb ik meer van een afstand gevolgd, omdat vanaf ongeveer 1957 mijn interesse omzwaaide naar het verleden. Ik begon foto’s en documentatie te verzamelen van Vliegkamp Soesterberg (terug tot 1910 en later ook van het dorp zelf) en de vliegtuigen van Koolhoven.                                                                                                                                       

Nettside 8.JPG

Foto 8

Nettside 9.jpg

Foto 9 Rechts mijn ouderlijk huis.

Nettside 10.JPG

Foto 10

Nettside 11.jpg

Foto 11

Nettside 12.jpg

Waarom mijn speciale interesse voor de vergeten Nederlandse vliegpionier en vliegtuigbouwer Frits Koolhoven?                                                                                Oorzaak 1: Mijn ouders vestigden zich in 1927 in Soesterberg. Van 1928 tot 1930 verhuurden ze kamers aan twee leerling-vliegers, Theo Coppers (foto 12) en Leendert Rombeek (foto 13). Met deze twee jonge officieren beleefden ze veel leuke dingen. Zij gingen daarna naar de Marine Luchtvaart Dienst in Nederlands-Indië, waar ze onder meer vlogen op vliegboten van het type Dornier Wal. Met brieven bleven ze allebei contact onderhouden met mijn ouders. Coppers werd in 1937 invlieger bij Koolhoven op het vliegveld Waalhaven in Rotterdam-Zuid. Met de Koolhoven F.K.56 nummer 81 verongelukte hij op 4 januari 1940, een paar weken vóór mijn geboorte (foto 14 en foto 15). Vanaf mijn vroegste jeugd hoorde ik van mijn ouders spannende verhalen over deze ‘Step’ en ‘Pan’, zoals Coppers en Rombeek door hun kameraden werden genoemd. En soms ook over Koolhoven, omdat Coppers daar testpiloot was geweest.    

                                                                                                                            

Nettside 13.jpg

Foto 12

Foto 13

Nettside 14.PNG

Foto 14

Nettside 15.tif

Foto 15

Oorzaak 2: Thuis hadden wij een kwartetspel, 48 kaarten met plaatjes van vliegtuigen. Daarbij waren meerdere Fokkers, maar ook twee vliegmachines van Koolhoven, het KLM-vliegtuig F.K.33 met drie motoren (foto 16) en de modern uitziende jager F.K.55 (foto 17).

Nettside 16.png

Foto 16

Nettside 17.jpg

Foto 17

Toen ik ongeveer 12 jaar oud was, begonnen mijn vrienden en ik foto’s van straaljagers te verzamelen en schaalmodelletjes van massief hout te bouwen. De eerste daarvan waren ongeveer 15 cm lang, daarna werden ze groter. In 1956 maakte ik een model van een F-100 Super Sabre (foto 18). De twee laatste modellen die ik bouwde, en waarmee ik een eerste prijs won bij de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL), waren in 1958 de historische Fokker F.XVIII ‘Pelikaan’ en in 1960 de Koolhoven F.K.33 (foto 19). Deze hadden een vleugelspanwijdte van ongeveer 60 cm.

Nettside 18.jpg

Foto 18

Nettside 19.jpg

Foto 19

Toen ik in 1955 lid was geworden van de KNVvL, merkte ik dat in diverse Nederlandse tijdschriften (Avia Vliegwereld, De Vliegende Hollander e.a.) dikwijls artikelen en foto’s verschenen over Fokker, maar nooit over Koolhoven. Dit intrigeerde mij. Na mijn militaire diensttijd ging ik in 1960 op jacht naar informatie over de voor mij mystieke persoon Frits Koolhoven die op 1 juli 1946 overleden bleek te zijn. Ik had het geluk dat ik spoedig van iemand het adres van zijn vouw Catharina (Kitty) in Voorburg kreeg. Haar bezocht ik meerdere keren, en zo begon mijn speurtocht die nooit is opgehouden.                                                                                                         

Nettside 21.jpg

In 1961 werd ik lid van de Amsterdamse Club voor Zweefvliegen (ACvZ), die hun ‘zweefbasis’ op Soesterberg hadden en hier nog altijd actief zijn. Tot aan zomer 1963 maakte ik daar 151 vluchten. Kort nadat ik in 1963 was ik begonnen als heilgymnast-masseur bij een collega in Soest (toen nog Soestdijk) trouwde ik met Toos Spijker, die in Soestdijk was opgegroeid. In mei 1967 verhuisden we met onze dochter Nicolet en zoon Arvid naar Skien in Noorwegen (foto 20).

Foto 20

Hier werkte ik als fysiotherapeut eerst in een ziekenhuis. In 1971 werd ik actief lid van Nome Seilflyklubb die dat jaar was opgericht. Ik vloog daar ook 2 jaar en maakte op 23 juli mijn langste zweefvlucht: 5 uur en 23 minuten (foto 21A en 21B).                                        In 1972 begon ik mijn eigen praktijk voor fysiotherapie in het plaatsje Drangedal en in 1975 in Skien. Vanaf 1992 beoefende ik ooracupunctuur. Na 2 onderbrekingen van 2 jaar in Zweden (1996-1998 en 2004-2006) zijn Toos en ik naar Skien teruggekeerd. Nu in 2025 hebben we 5 kinderen, 19 kleinkinderen en 7 achterkleinkinderen. 

Nettside 19A.jpg

Foto 21A

Nettside 20.jpg

Foto 21B

Een niet geplande hobby  
Nooit heb ik plannen gehad een boek over Soesterberg te gaan schrijven. Wel was ik begonnen met het noteren van gebeurtenissen uit de tijd van de Duitse bezetting, uitsluitend voor mijn kinderen, omdat zij buiten Nederland zijn opgegroeid. Als gevolg van een samenloop van omstandigheden ben ik toch, eerst samen met de oud-Soesterbergse Bep Lensink, in 1987 aan mijn/ons eerste boek begonnen, Soesterberg ons dorp (foto 22). Dit ‘project’ mondde uit in drie andere boeken: Soesterberg van toen tot nu, samen met mijn oudste broer Wim (1990 - foto 23), daarna Soesterberg Vliegveld 1939-1945 (1995 - foto 24) en als laatste Soesterberg en omgeving in de oorlogstijd (1995 - foto 25) Daar tussendoor kwam in 1993 Soesterberg 80 jaar militaire luchtvaart (1993 - foto 26). Al deze boeken hebben het formaat 19x19 cm.       

Nettside 22.jpg

Foto 22

Nettside 23.jpg

Foto 23

Nettside 24.jpg

Foto 24

Nettside 25.jpg

Foto 25

Nettside 26.jpg

Foto 26

​Toen bleek dat de uitgever in Alphen a/d Rijn ook wel voelde voor een boek over Koolhoven, besloot ik me daaraan te wagen. Dit kwam uit in 1996, met de titel Frits Koolhoven en zijn vliegtuigproduktie, formaat 25x17 cm (foto 27). In 2005 schreef ik in samenwerking met Bep Lensink en Cor Sukking Soesterberg ons dorp 2 (foto 28). Nog had ik veel fotomateriaal over van alles wat met het vliegen op Soesterberg te maken heeft, en dat niet was gebruikt in deze boeken. De sluiting van de vliegbasis en het 100-jarig bestaan van de luchtmacht leken mij een goede reden een nieuw boek op stapel te zetten. Dit verscheen in 2013 met de titel Een eeuw vliegkamp en dorp Soesterberg (foto 29). Toen ik na veel vergeefse pogingen (sinds 1983) in 2013 de beschikking had gekregen over de foto’s en documenten uit de nalatenschap van busondernemer Leguit, besloot ik dit te verwerken tot een boek. Dit kwam uit in 2017 met de titel De Autobusdienst Amersfoort-Utrecht van Jan Leguit te Soesterberg 1923-1942 (foto 30).                                                              

Nettside 27.jpg
Nettside 28.jpg

Foto 27

Foto 28

Nettside 29.jpg

Foto 29

Nettside 30.PNG

Foto 30

Het schrijven was uitgegroeid tot een boeiende hobby, die mij ook in staat heeft gesteld vroegere plaatsgenoten en vliegpioniers voor het voetlicht te halen. Ik begon artikeltjes te schrijven over velen van hen, met name over Berend Boevink, de man die van 1913 tot 1940 chef was van de reparatieafdeling op Soesterberg, de zogenaamde ‘Montage’. Van 1960 tot 1963 bezocht ik hem en zijn vrouw talloze keren. Van dit soort artikelen zijn er ongeveer 45 gepubliceerd, waarvan een aantal is te zien op de website oud-soesterberg.nl van Bert van Soeren. De rest ligt op de website van de Historische Vereniging Soest (HVS) die al mijn fysieke foto’s heeft gekregen die met het dorp te maken hebben. De fysieke foto’s van de vliegerij op Soesterberg (ongeveer 1200, verdeeld over allerlei onderwerpen) heb ik gedoneerd aan het Nationaal Militair Museum (NMM).

Omstreeks 2018 mocht ik van de weduwe van Wim Couturier al zijn fotoalbums scannen. Met zoveel prachtige foto’s van het befaamde Theehuis Soesterdal van zijn vader Marinus, voelde ik een zekere verplichting dit openbaar te maken. Dit leidde tot mijn boek Vliegkamp Soesterberg - Theehuis Soesterdal dat in 2024 gereedkwam (foto 31). Zoals de ondertitel aangeeft, zijn hierin ook beschreven de verschillende vliegtuigmusea en andere militaire musea in Soesterberg en omgeving. Theehuis Soesterdal (1925 tot 1940), met de permanente luchtvaarttentoonstelling die werd geopend in april 1936, kan min of meer worden beschouwd als het eerste Nederlandse luchtvaartmuseum, met een expositiehal en meerdere vliegtuigen in de open lucht. Kort voor de oorlog werd er over geschreven dat het de meest bezochte openluchttentoonstelling van ons land was. De Duitsers maakten er dadelijk na hun komst een einde aan.

Aangemoedigd door anderen, begon ik in 2019 aan mijn tweede boek over Koolhoven. De presentatie ervan hield ik in het Mariniersmuseum in Rotterdam op 10 mei 2015 - precies 85 jaar na de verwoesting door de Duitse Luftwaffe. Titel Frits Koolhoven De meest briljante Nederlandse vliegtuigconstructeur (foto 32). Dit boek heeft 440 pagina’s en bevat ruim 800 foto’s en andere afbeeldingen. Er wordt een DVD bijgeleverd. Deze is samengesteld door Rob Hamann en geeft veel aanvullende informatie over de vliegtuigen en laat nog meer dan 300 foto’s zien waarvoor in het boek geen plaats was. Er staan ook filmopnames op. Mijn laatste boeken hebben allemaal het formaat 27,5x 24,5 cm.

Nettside 31.jpg

Foto 31

Nettside 32.jpg

Foto 32

Contact

Tel: +47 90 22 95 57 | | dirktop@gmail.com

bottom of page